wereldNatuur
De vaste tentoonstelling wereldNatuur ging over de biodiversiteit op aarde. Biodiversiteit is de verscheidenheid aan levensvormen (planten en dieren), waar ze leven, hoe ze leven, en ook hoe dat alles in de loop der tijd tot stand is gekomen.
De tentoonstelling combineerde de biodiversiteit op aarde, weerspiegeld in de collecties van het museum, met een interessante kijk op het waarom van die verscheidenheid. Opgezette zoogdieren, vissen, vogels, skeletten, schedels, schelpen en insecten uit de zeldzaam mooie natuurhistorische collectie van het museum vormden het hart van de expositie.
In wereldNatuur werd de centrale rol van ecologie, evolutie en adaptatie benadrukt doordat de tentoonstelling uitgaat van een indeling naar leefomgeving (biotoop): leven in het water, leven op het land, leven in de lucht.
Door de indeling in deze drie basale biotopen werd getoond dat de vele op aarde levende diersoorten elk op een eigen en unieke wijze zijn aangepast aan hun leefomgeving. Verder kan hiermee het bekende evolutionaire fenomeen van het parallellisme (convergentie) worden getoond. De overeenkomst in vorm tussen een tonijn (een beenvis), een haai (een kraakbeenvis), een ichthyosaurus (een fossiel reptiel), een zwemmende pinguïn (een vogel) en een dolfijn (een walvisachtig zoogdier) komt voort uit ieders aanpassing aan een bijzondere omgeving: leven in het water. Zo zijn ook de vleugels van insecten, van vogels, van vleermuizen en van de uitgestorven pterodactylus ooit tot ontwikkeling gekomen als aanpassing aan het leven in de lucht, het vliegen.