Nee.
In onze tentoonstelling Biodiversiteit zijn verschillende soorten inktvissen te zien, maar vissen zijn het allemaal niet. Inktvissen horen bij de weekdieren, dieren met vaak een slap lichaam en een schelp in plaats van een skelet. Bij bijvoorbeeld slakken zie je dit heel duidelijk, maar bij sommige soorten inktvissen is de schelp heel klein geworden, binnen in het lichaam gaan zitten of zelfs helemaal verdwenen.

Jazeker.
De lippen van deze beer onderscheiden hem van andere beersoorten, vooral door het gebruik van zijn lippen. Het dier eet mieren, termieten en vruchten die hij met zijn neus vindt. Met de scherpe vorkklauwen, ook een onderscheidend kenmerk ten opzichte van andere beersoorten, ritst hij een termietenheuvel open. En nu komen de lippen om de hoek kijken! De beer blaast met veel kracht zand en stof uit de heuvel, tuit zijn lippen tot een buis en slurpt alle termieten op. Dat gaat extra makkelijk omdat hij geen bovenste voortanden heeft. Het geslurp kun je tot wel 100 meter verderop horen! Leuk weetje: Baloe uit de Disneyfilm Jungle Book is ook een lippenbeer. Kom hem maar eens bekijken in de zaal Biodiversiteit!

Bekkenbotjes.
Lang dachten wetenschappers dat deze kleine, los zwevende botjes geen functie meer hadden. Het waren vooral overblijfselen van meer dan 40 miljoen jaar geleden, toen de voorouders van dit dier op het land leefden. Na wetenschappelijk onderzoek blijkt nu de controlerende spier van de penis verbonden te zijn met deze botjes. Het biedt evolutionair voordeel bij de paring (hoe groter de botjes, hoe groter de penis, des te aantrekkelijker voor vrouwtjes). Ook vrouwtjes hebben bekkenbotjes, waarvoor deze exact dienen is echter nog niet duidelijk.