Zoeken

Puzzel- en plakwerk met Velpon® levert nieuwe walvissoort op: Fragilicetus velponi

[25 mei 2016] Bij de aanleg van het Deurganckdock in het Antwerpse havengebied in 2003 zijn de circa vijf miljoen jaar oude fossiele overblijfselen van een nog onbekende, uitgestorven walvis opgegraven. De schedelfragmenten, gehoorbeenderen en enige ribstukken die zorgvuldig worden bewaard in de collectie van het Natuurhistorisch Museum Rotterdam, zijn nu beschreven als een nieuwe soort baleinwalvis: Fragilicetus velponi. Michelangelo Bisconti en Mark Bosselaers publiceerden hun ontdekking deze week in Zoological Journal of the Linnean Society (PDF) en verwijzen in de officiële wetenschappelijke naam van de nieuwe diersoort naar de extreme breekbaarheid van het fossiel (fragilis = breekbaar; cetus = walvis) en het merk van de lijm (Velpon®) waarmee de unieke schedel - het holotype - uit stukken en brokken in elkaar geplakt is. 

De ‘met-velpon-in-elkaar-geplakte-breekbare-walvis’ is de eerste en voorlopig enige soort van een compleet nieuwe groep baleinwalvissen met schedelkenmerken die een brug slaan tussen de ‘primitievere’ grijze walvis en de recente ‘moderne’ vinvissen en bultruggen. De vorm van de schedel van Fragilicetus velponi levert belangrijke informatie over het ontstaan van het mechanisme waarmee recente baleinwalvissen zeer efficiënt enorme hoeveelheden in water zwevende prooidieren tot zich kunnen nemen (‘gulp-feeding’), terwijl grijze walvissen niet verder komen dan ‘bodemhappen’.

Bijtsporen van haaien
De fossiele schedel is andermaal bijzonder omdat het een aantal venijnige bijtsporen vertoont die Bisconti en Bosselaers toeschrijven aan haaien. Dit wijst er op dat in de Noordzee van vijf miljoen jaar geleden interacties tussen walvissen en de voorloper van de witte haai voorkwamen. De overblijfselen van Fragilicetus velponi zijn van een jong dier met een lengte van circa 7-8 meter.

De vinder van het fossiel, de self-made paleontoloog Mark Bosselaers, zag bij de opgraving in maart 2003 aan de platheid van het schedelfragment dat de vondst iets belangrijks was. Dat het een nieuwe soort met opmerkelijke, gecombineerde morfologische kenmerken van ‘primitieve’ en moderne walvisgroepen is, puzzelde hij samen uit met Michelangelo Bisconti. Zorgvuldige vergelijking met fossielen in de collecties van de natuurhistorische musea van onder andere Brussel, Leiden, Rotterdam, New York, Washington, San Diego en Kaapstad gaven de doorslag. 

De in elkaar geplakte schedel van Fragilicetus velponi kreeg in 2011 een plaats (catalogusnummer NMR 9991-007727) in de verzameling van het Natuurhistorisch Museum Rotterdam, waar zich inmiddels een belangwekkende collectie zeezoogdierfossielen uit het Noordzeebekken bevindt.